• image06

  • image06

  • image06

  • image06

  • Current

Algemeen

  • In verenigingsverband verwachten we dat je in clubkleding fietst, evenals tijdens de trainingen.
  • Iedereen zorgt zelf voor een goed functionerende racefiets, extra binnenbanden of plakkers en fietspomp.
  • Bij pech wachten we allemaal en helpen we elkaar.
  • Zorg voor een conditie, die past bij de groep waarin je meefietst.
  • Als iemand meerdere keren het tempo niet aan kan, gaat de koerskapitein met je in gesprek.
  • We rijden als groep, dus ‘Samen uit, samen thuis’.
  • We begeleiden nieuwe leden volgens het protocol “Welkom”.

Verkeersregels

  • Het dragen van een helm is verplicht.
  • Iedereen dient zich aan de geldende verkeersregels te houden.
  • Volg de signalen van eventuele verkeersregelaars altijd op.
  • Geef duidelijk richting aan d.m.v. handgebaren.
  • Gebruik je fietsbel en ga vooral niet roepen of schreeuwen naar andere weggebruikers.
  • Gooi geen afval op de weg of in de berm.
  • Houd rekening met overige weggebruikers, blijf altijd vriendelijk.

Wegkapitein

  • Degene die de route heeft uitgezet is de wegkapitein.
  • De wegkapitein bepaalt het tempo. Hij is ook verantwoordelijk voor de route en daarbij gelden een aantal regels: de voorste rijders geven duidelijk richting aan: richting geef je aan met uitgestoken arm. Tevens kan men dat roepend aangeven.
  • De koerskapitein rijdt meestal in de voorste rijen om de route goed te kunnen aangeven.
  • De wegkapitein lost meestal kleine incidenten op echter… iedereen is verantwoordelijk voor een veilige en gezellige tocht.

Snelheid/tempo

  • We zijn een toervereniging, dus de tochten zijn geen wedstrijd.
  • Het tempo kan, afhankelijk van de groep waarin je fietst, de windrichting etc. nogal verschillend zijn, de koerskapitein bepaalt steeds het tempo.
  • Als iemand het tempo even niet aan kan, geeft hij dat signaal door aan de voorste rijders zodat het tempo aangepast kan worden.
  • Geef ook tijdig aan als het tempo te hoog is, rijd je niet helemaal stuk.
  • Bij een klim wachten we bovenaan tot de laatste boven is.
  • Na een bocht en/of lastige situatie, houden de voorste fietsers iets tempo in zodat de groep weer kan aansluiten.
  • Op smalle wegen moet, vanwege het andere verkeer, regelmatig even tijdelijk achter elkaar gefietst worden, bij het weer samenvoegen in 2 rijen houden de voorste fietsers ook iets tempo in totdat de groep weer aaneengesloten is.
  • Als iemand aanzienlijk beter is dan de overige deelnemers gaat deze vooral niet op kop rijden en het tempo bepalen. Heb je zoveel kracht en energie dan kun je beter anderen uit de wind houden.

Fietsen in een groep

Algemeen
  • Nooit abrupt van richting veranderen of remmen.
  • Bij twijfel rustig rechtdoor fietsen.
  • Obstakels door de voorste rijders tijdig en duidelijk aangeven en daarna doorgeven naar achteren.
  • Bij smalle of bochtige wegen wordt tegemoet komend verkeer duidelijk hoorbaar doorgegeven door ‘auto tegen’ of kortweg ‘tegen’ te roepen.
  • Zijn er obstakels of fietsers (die ingehaald gaan worden) aan de rechterkant van de weg dan roepen we “voor”.
  • Bij achterop komend, inhalend verkeer wordt ‘(auto) achter’ geroepen.
  • In de bebouwde kom wordt het tempo aangepast aan de situatie.
  • Grote groepen worden om veiligheidsredenen gesplitst.

Groep

  • Fiets in een groep met 2 wielrenners naast elkaar
  • Blijf ‘recht’ achter elkaar fietsen en probeer geen gaten te laten vallen.
  • Rij ook niet ‘midden tussen’ de rijen, je duwt de andere renner anders in de berm of naar het midden van de weg.
  • Steek vooral niet met je voorwiel tussen de achterwielen van je voorgangers (valpartijen!).

Aflossingen

  • Iedereen doet mee aan de aflossingen en doet dus een deel van het kopwerk.
  • Draai, met de wijzers van de klok, regelmatig door.
  • samenwerken geeft een kick.
  • Zodoende blijven de wat mindere renners niet helemaal achterin hangen, wat extra zwaar kan zijn als constant gaten dichtgereden moeten worden.
  • Als je moeite hebt met het tempo, zorg dan dat je niet te lang op kop blijft. Geef tijdig door dat je wilt doordraaien (wijs een rondje met je hand).
  • Renner links vooraan gaat tijdelijk iets versnellen en gaat rechts vooraan rijden.
  • Linker rij schuift op naar voren.
  • Laatste renner uit de rechter rij sluit aan bij de linker rij.
  • De snelheid van de groep constant houden.
  • Geef de wegkaptein voldoende ruimte om steeds bij de eerste renners te kunnen rijden.